De GereedschapPro invalzagentest

1 Introductie: objectiviteit

1.1 Samenvatting
De GereedschapPro invalzagentest hebben we zo objectief mogelijk uitgevoerd. De test was georganiseerd door Sander van GereedschapPro, hij heeft de test ook bekostigd. Het testen zelf heeft hij geheel aan ons, drie fanatieke klanten van hem, overgelaten. Van het opstellen van het testplan tot aan het schrijven van het testverslag.

1.2 Waarnemen: zo objectief mogelijk
Bestaat objectiviteit? Feit is dat wij allemaal vanuit onszelf naar de wereld om ons heen kijken. Daarmee zijn onze waarnemingen dus per definitie subjectief, want afhankelijk van ons als waarnemer. Waarnemingen zijn daarmee, naar mijn subjectieve idee, per definitie subjectief.
Objectiviteit kan je nastreven. Waarom zou je dat doen? Dat kan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat je op zoek bent naar feiten en niet naar meningen. Bijvoorbeeld omdat je een keuze wilt maken tussen de verschillende invalcirkelzagen die er op de markt zijn en je daarbij op zoek bent naar een echte kwaliteitsmachine. Dus niet de goedkoopste, want goedkoop is strijdig met kwaliteit. Daarom willen we de feiten kennen van de verschillende machines. Zo objectief mogelijk. Dat is precies de insteek van deze grote GereedschapPro invalzagentest: zo objectief mogelijk.

1.3 De organisator: GereedschapPro
Een vergelijkende invalzagentest is niet mogelijk zonder in investering. Toen wij, de uitvoerders van de test, onze eigen invalzaag kochten – we hebben er allemaal een – hebben we lopen wikken en wegen welke we zouden kopen. Ze zijn niet goedkoop en als je er een koopt, dan koop je er maar één. Maar voor een vergelijkende test op basis van eigen waarnemingen zijn meerdere zagen nodig. De zagen zijn tijdens de test ook stevig gebruikt, dus om ze na de test doorverkopen als ‘ongebruikt’ – dat gaat niet. Zeker niet na de stofafzuiging test waarbij we Fermacell plaat zaagden (bah – vies spul). Maar ook tegen de grens van de capaciteit van de machine aan schulpen in hardhout (yes – mooi spul) laat sporen na.
Voor een vergelijkende test is meer nodig dan invalzagen alleen. Geleiderailen horen daar ook bij. En omdat koppelen van geleiderailen een belangrijk en interessant onderwerp is, moesten er minimaal 2 geleiderailen per merk komen en dan ook natuurlijk koppelhulpstukken.
Daar hebben we het wat betreft accessoires bij gelaten. Sommige merken hebben een uitgebreid assortiment aan extra hulpstukken. Erg interessant voor wie meer met zijn invalzaag wil doen, maar je moet ergens ophouden als je geen miljonair bent of een fabrikant als sponsor hebt.
Meetapparatuur heb je ook nodig. Ook daar kan je het zo bond maken als je zelf wilt. Voor deze test wilden we in ieder geval hoeken kunnen meten, temperatuur en geluidsdruk. Ook dat kost geld. En laten we toch ook nog even de machines en de geleiderailen wegen. Er moest dus ook nog een nauwkeurige weegschaal komen. Daar hebben we het bij gehouden. Graag hadden we ook nog de elektronisch geregelde start willen meten (dataloggende oscilloscoop?), het daadwerkelijke toerental (optische toerentalmeter?), het afgegeven vermogen (hoe pakken we dat aan?)… je moet ergens ophouden. Of heeft er nog iemand meetapparatuur hiervoor te leen?
En o ja, dan ook nog hout. Dat hebben we nog wel liggen – of toch maar nieuw hout kopen? Oude hardhouten deur? Ligt er nog ergens een dikke eiken balk?
Kortom, een vergelijkende test op basis van eigen waarnemingen vraagt om een investering. In geld en in tijd. Wie zou dat geheel belangeloos willen doen? Klusbladen misschien, maar ook daar tref je wel eens stukken aan die gebaseerd lijken op ter beschikking gesteld marketing materiaal. De consumentenbond? Zou kunnen, maar invalzagen van kwaliteitsmerken is een wel erg kleine niche. Dat doen ze dus niet. En als ze het al zouden doen, dan is de test in de regel op een zo groot mogelijke doegroep gericht, waardoor veel details waar de echte liefhebbers op uit zijn niet aan bod komen. Niet interessant genoeg voor de doelgroep, of veel te gedetailleerd in de ogen van de hoofdredacteur.
Sander van GereedschapPro heeft de invalzagentest geïnitieerd en gesponsord. Hij heeft de zagen gekocht, de geleiderailen, de meetinstrumenten en hout. Waarom? Als nuchtere Nederlanders snappen we natuurlijk allemaal dat het hem ook gaat om originele content op zijn website. Om een leuk filmpje, om iets unieks, om onderscheidend vermogen. Sander is een gereedschapliefhebber met een neus voor dit soort dingen, laat dat vooral duidelijk zijn. En Sander, dat weten we ook allemaal, heeft sinds enige tijd iets met Mafell, dat weten bezoekers van zijn site en zijn klanten ook allemaal. Hoe objectief kan het dan nog zijn?
Wij als testers willen kritisch zijn, zo zelfstandig mogelijk denken en waarnemen, maar we willen onszelf behoeden voor scepticisme. Wie sceptisch is verzuurt zijn leven. Dat moet iedereen vooral zelf weten, maar dat wil wij in ieder geval niet. We willen naar objectiviteit kunnen streven en daarvoor willen we zelf kritisch kunnen waarnemen. Dat botst regelmatig met de marketing bla bla waar je tegenaan loopt als iemand je iets probeert te verkopen. Kritisch maar niet sceptisch zijn we op de uitnodiging van Sander ingegaan om met z’n drieën de test uit te voeren. We hebben Sander als een betrouwbare handelaar leren kennen, maar bovenal ook als iemand die net als wij op zoek is naar kwalitatief hoogwaardige mobiele houtbewerkingsmachines. We prikken graag door marketing bla bla heen en we zijn ook kritisch over onszelf.
Kortom, Sander van GereedschapPro heeft de test georganiseerd en voor het overgrote deel betaald. Maar hij heeft het testen aan ons drieën overgelaten. Sander was erbij, hij heeft geholpen door meetinstrumenten vast te houden, door drinken en eten te halen terwijl wij maar niet wilden stoppen, door meetwaarden op te schrijven als wij met z’n drieën te bezig waren met de zagen zelf om dat te doen. Zelfs toen er gefilmd ging worden heeft hij de regie niet volledig op zich genomen, ondanks dat de filmer per uur betaald moest worden. Sander maakte het mogelijk dat wij met z’n drieën onafhankelijk de tests konden doen.

1.4 Wino
Wino wordt door zijn vrienden een prototype ingenieur uit Delft genoemd. En met zijn leeftijd van midden veertig heeft hij ervoor gekozen dat maar te accepteren. Timmerman of ingenieur worden, dat was het keuze moment na de middelbare school. Het is ingenieur geworden met timmeren als hobby – thuis en bij vrienden. Wino leerde Sander na de aankoop van zijn eerste huis kennen, toen hij op zoek was naar kwaliteitsgereedschap voor een aantrekkelijke prijs. Zijn eerste boormachine en decoupeerzaag waren een groene Bosch. De eerste schuurmachine een blauwe Bosch. Daarop volgde een Makita bovenfrees en een DeWalt accuboor en slijpschijf. Een vriend leende Wino een Festo AT55 invalzaag, Rotex schuurmachine en stofzuiger uit. Die bevielen prima. Als kado van zijn vrouw kreeg hij toen een TS55, toen die net uit was en toen was het hek van de dam. Festo werd Festool en Wino werd Festool addict. Veel 2e hands van marktplaats, maar soms ook nieuwe machines, meestal via Sander, zoals bv een stofzuiger. Na het nodige van Festool gekocht te hebben kwam hij via Sander recentelijk met Mafell in aanraking. Kritisch maar zo objectief mogelijk heeft hij dat eens goed bekeken, waarop hij van Mafell bij Sander een Erika 85 kocht als opvolger voor zijn de Festool Basis 1A. Daarna volgde een voor demo’s gebruikte LO 65 bovenfrees en een voor demo’s gebruikte KSS300 afkortzaag.

2 Voorbereidingen

2.1 Samenvatting
Voor het voorbereiden van de invalzagentest hebben we internet afgestruind naar ideeën maar vooral ook zelf nagedacht over wat we nu eigenlijk zelf allemaal wilden weten over inval cirkelzagen uit het top segment van de markt. De test ideeën hebben we in een MindMap gezet die we daarna in een testplan hebben omgezet. Verschillende houtsoorten en gipsvezelplaat zijn uitgekozen. Een meetopstelling is uit WALKO’s gebouwd die ook als filmlocatie geschikt moest zijn. En na wikken en wegen hebben we ervoor gekozen om alle tests van de dag met de 48 tands bladen uit te voeren die met de machines meegeleverd worden.

2.2 MindMap en testplan
Voorafgaande aan de test hebben Wino en Sander gesproken en nagedacht over wat je nou eigenlijk zou willen weten over invalzagen. Wino heeft veel websites bezocht en marketing materiaal bestudeerd en Sander heeft verschillende internet fora afgestruind naar ideeën. Die ideeën zijn verzameld in een MindMap, die je hier kan downloaden.
Daarna hebben we een testplan geschreven, dat je hier kunt downloaden. Daarin hebben we de achtergronden van de test beschreven en formulieren opgenomen om de meetresultaten in op te schrijven voor al de tests. De hoeveelheid tests die we uit wilden voeren bleek te ambitieus voor een dag meten en filmen.

2.3 Filmen
De meetopstelling moest zodanig worden opgesteld dat er voldoende ruimte en vooral ook licht zou zijn voor het filmen. Het moest een klusomgeving zijn, dat spreekt aan. Sander is zijn dakopbouw aan het bouwen, dat bleek aan uitkomst. Wel moest de vloer nog even dicht en er moesten nog een paar kozijnen geplaatst. Verder hebben we voor de meetopstelling 2 WALKO’s gebruikt.

2.4 Hout
Hout heeft Sander voor een groot deel van te voren aangeschaft en wij hebben zelf ook het een en ander meegenomen. Hardhout (Azobé balken, deuren), naaldhout (balkjes), meubelplaat, geplastificeerd spaanplaat, spaanplaat, MDF (Medium Density Fibreboard, kunstharsverlijmd houtvezelplaat) en Fermacell gipsvezelplaat, Trespa (harsgebonden hogedichtheid-houtvezelplaat). Ik had ook nog een dikke eiken balk die ooit voor de sier boven een haard zat en die ik nog ‘voor wie weet waarvoor’ had liggen, maar die was ik thuis vergeten – stom, stom.

2.5 Zaagbladen
Voor de zaagbladen hebben we ons bewust tot nieuwe 48 tands zaagbladen beperkt zoals die standaard met de machines werden geleverd. Het hoeft hier niet uitgelegd te worden dat een 48 tands blad niet overal het meest geschikte blad voor is. Voor schulpen bijvoorbeeld is een blad met minder tanden veel effectiever. Voor een vergelijkende test is het vooral belangrijk dat de machines hetzelfde aantal tanden hebben en dat de bladen allemaal even scherp zijn. Daarnaast maakt de dikte van het blad natuurlijk ook nog uit. Wie een zaagmachine koopt, zal meestal in eerste instantie het zaagblad gebruiken dat erbij geleverd wordt en er misschien nog een paar bladen bij kopen van dat merk met meer of minder tanden of met een andere tandhoek. Daarom hebben we de 48 tands bladen gebruikt die bij de verschillende machines geleverd wordt. Een vergelijkende test tussen verschillende zaagbladmerken is misschien iets voor een vervolgtest.
Wie vaker hout zaagt die weet dat er een groot verschil is tussen het resultaat en het gemak van de verschillende zaagbladen. Als je dat iets uitmaakt, dan wissel je vaker van zaagblad. In de praktijk echter zullen veel mensen met één enkel blad alles willen zagen. Een reden te meer om alle (eerste) tests met een 48 tands zaagblad uit te voeren.

3 De gekozen invalzagen

3.1 Samenvatting
Voor de GereedschapPro invalzagentest hebben we ons beperkt tot 6 invalzagen van 5 topmerken met 55mm zaagdiepte en die allemaal over een eigen geleiderailsysteem beschikken: de Bosch GKT 55 GCE, DeWalt DWS520KR, Festool TS 55 en de TS 55 R, de Mafell MT 55 cc en tenslotte de Makita SP6000. Van elke zaag hebben we ook 2 geleiderailen in de test meegenomen en het koppelsysteem om van die twee één lange geleiderail te maken.

3.2 De zes gekozen invalzagen van vijf top merken

Voor de test hebben we invalzagen gekozen uit de bovenste kwaliteitsklasse die op de Nederlandse markt beschikbaar zijn, ca 55mm zaagdiepte hebben bij 90° en die op een geleiderail ingezet kunnen worden. Zeg maar de invalzaagmachines waar je tussen twijfelt als je op zoek bent naar een invalzaag met ca 55mm zaagdiepte met geleiderail en je niet de goedkoopste maar wel (een van de) beste wilt.
3.2.1 Bosch
Bosch heeft in de professionele blauwe lijn vrij recent een invalzaag geïntroduceerd waarvan de verwachtingen hooggespannen zijn, die moest er ook bij. Getest: Bosch GKT 55 GCE, met 2 geleiderailen, koppelstrip, tas, L-boxx.
3.2.2 DeWalt
DeWalt, de professionele lijn van Stanley Black & Decker, is inmiddels ook een welbekend merk in Nederland. Die hebben we ook nog meegenomen. Getest: DeWalt DWS520KR, met 2 geleiderailen, koppelstrip, tas, kist.
3.2.3 Festool
Festool wilden we sowieso testen, omdat het in Nederland het meest bekende topmerk is en ook omdat wij alle drie (hallo sander ook!) de verschillen tussen de oude en de nieuwe Festool TS55 wilden zien en ervaren. Van Festool hebben we dus twee zagen getest: de bekende TS 55 EBQ, met 2 geleiderailen, koppelstrips, tas, systainer en de nieuwe TS 55 REBQ, met 2 geleide­railen, koppelstrips, tas, systainer.
3.2.4 Mafell
Mafell hebben we getest omdat we Mafell wel eens vergelijkend met Festool aan de tand wilden voelen. In Duitsland en Frankrijk is Mafell een gevestigd merk in het topsegment, in Nederland is het een opkomend topmerk. Getest: de Mafell MT55cc, met twee geleiderailen, koppelstrip, tas, systainer.
3.2.5 Makita
Makita tenslotte is een gerespecteerd merk voor professionals. Met de invalzaag hadden wij geen ervaring, maar wel hooggespannen verachtingen. Getest: Makita SP6000, met 2 geleiderailen, koppelstrips, tas, systainer.

3.3 De niet gekozen invalzagen
Dit is zeker een selectie, het zijn niet alle invalzagen die op de markt te koop zijn. Wat te denken van de AEG TS55 (met geleiderail ca € 360 incl.), Hitachi C6U2 (zonder geleiderail ca € 170 incl.), Metabo KSE55 (zonder geleiderail ca € 345 incl.), Milwaukee CS55 (zonder geleiderail ca € 260 incl.), Protool CSP 55 (zonder geleiderail ca € 170 incl.), Spero 2106 (zonder geleiderail ca € 330 incl.), Scheppach CS55 (met geleiderail ca € 190 incl.), … er is veel keuze. Wij hebben daar 6 topzagen uit gekozen voor de test.

4 Opbouw van de testdag

4.1 Samenvatting
Al snel bleek dat we te veel wilden meten voor een enkele testdag. Bovendien moest er ook gefilmd worden en dat moest sowieso doorgang krijgen. Dat had tot gevolg dat er gefilmd is zonder dat er geoefend is, wat spontane beelden opleverde. We hebben vooral getest en goed gekeken, geluisterd en gevoeld. De conclusie was eensluidend, zonder dat we daar lang over gesproken hadden. En ’s avonds onder genot van een hapje en drankje in een strandtent hebben we nog lang nageboomd over de zagen, die we voor de zekerheid maar gewoon naar het strand mee hadden genomen. Dat leverde leuke beelden op. Aan het einde van de avond legen er zoveel nieuwe detailvragen op tafel, dat er besloten is tot een vervolg, waarbij de details een voor een afgelopen zullen worden. Per detail komt daar in de loop van de 2e helft van het jaar een kort stukje over op de GereedschapPro site met foto’s.

4.2 Te veel willen, te weinig tijd…
De testdag had meerdere doelen en dat vraagt vroeg of laat om keuzes. Allereerst wilden wij natuurlijk een leuke dag waarin we ruim de gelegenheid zouden hebben om de zagen te onderzoeken en uit te testen. We wilden ze ook uittesten onder wat extremere omstandigheden, zeg maar de grenzen opzoeken.
We wilden alle zagen aan bod laten komen, dat stond vast. Dus niet zaag voor zaag testen maar testonderdeel voor testonderdeel.
In de ochtend zouden we de machines eerst eens goed bekijken en de eerste verkennende tests uitvoeren. In de middag zouden de meer serieuze tests gefilmd worden, waarvoor een professionele filmer met al zijn spullen was uitgenodigd. Zie foto’s.

4.3 Zonder oefenen meteen filmen
Toen we begonnen merkten we al snel dat we alle drie echt voor de details gaan. Al bij het bestuderen van de geleiderailen liepen we hopeloos uit het schema. Gelukkig zijn we alle drie gewend om aan projecten te werken, dus zonder veel omhaal hebben we toen prioriteiten gesteld. Het filmen moest hoe dan ook gebeuren, dat hebben we ons als eerste doel gesteld. Oefenen voor wat er gefilmd zou worden, dat hebben we overgeslagen. Wat je in het filmpje ziet is daardoor wel zo spontaan geworden. En we konden er meer door testen.

4.4 Conclusies trekken
 Aan het einde van de dag wilden we een conclusie kunnen trekken, dat stelden we ons ook als doel. Daarvoor hebben we een keuze moeten maken uit de verschillende test. En aan het einde van de dag wilden we met Sander en de filmer uit eten op het strand om nog eens lekker over gereedschap te praten onder het genot van een hapje en een drankje. Het moest tenslotte een leuke dag worden – en dat werd het ook.
We hebben ze goed bekeken, de belangrijkste tests uitgevoerd, gekeken, geluisterd, gevoeld en er over gepraat. Verrassend genoeg kwamen we zonder veel overleg tot een eensluidende conclusie. Dat was niet de opzet, het filmscript moest daarom direct bij worden gesteld. De film is geschoten en daarna we hebben op het strand wat gegeten en gedronken en de dag nog eens doorgenomen. Voor de zekerheid hadden we de zagen in hun kistjes meegenomen – wat gelijk ook weer leuke beelden opleverde voor de film.
Al pratend in de strandtent kwamen er langzaam aan steeds meer detailvragen en vervolgvragen naar boven. “Had je gezien hoe…?”, “Had je gevoeld dat…?”, “Hoe zit dat eigenlijk met…?” Het testen had zeker een heel aantal duidelijke antwoorden opgeleverd – maar ook vragen die we in het begin nog niet hadden. De test had onze ogen geopend voor de details waarin de machines van elkaar verschillen en die ze gemeen hebben met elkaar. Genoeg om uren over door te praten!

4.5 Een vervolg!
Conclusie van de avond was dat er meer dan genoeg onderwerpen en vragen in beeld waren gekomen voor een vervolg. Veel vragen gaan vooral over uitvoeringsdetails van de invalzagen en enkele ook over de prestaties. Details waarvan we het fijne wilden weten. En zo werd er besloten tot een vervolg, waarbij we de invalzagen op detail niveau met elkaar gaan vergelijken. Per detail komt op GereedschapPro.nl daar een stukje over met foto’s. Klanten kunnen hierop reageren en ook verzoekjes indienen die wij dan testen.

5 Test ronde 1: de eerste indruk

5.1 Samenvatting
Al op het eerste gezicht zijn er interessante verschillen tussen de geteste invalzagen. De DeWalt oogt en voelt minder afgewerkt, de Festools en de Mafell stukken beter afgewerkt. De Makita heeft verrassende details en de Bosch, die zit er ergens tussen in.
De kisten waarin de invalzagen zitten hebben, op de DeWalt na, allemaal een koppelsysteem. De Bosch komt in een ruime Sortimo L-Boxx, de Festool in een nieuwe Tanos T-loc Systainer en de Mafell een Makita in een vertrouwde klassieke Tanos Systainer. Op al die kisten kun je staan, maar ze zijn niet allemaal even handig als werkbankje: de Bosch heeft opstaande randjes en omdat de DeWalt kist geen systeem kist is, zal je niet zo snel een even hoog kistje bij je hebben.

5.2 Look and Feel
Sander had de zagen op rij op alfabetische volgorde klaargezet op zijn bouwplaats. We hebben ze allemaal opgepakt, van alle kanten bekeken, in onze handen gewogen, gevoeld hoe ze in de hand liggen en hoe ze invallen. Ze roken allemaal nieuw – zeker de snoeren die rook je sterk.
Eentje sprong er gelijk al uit: de DeWalt heeft een afwijkend invalmechanisme, de zaag draait niet om een enkel draaipunt maar heeft een parallellogram ophanging, net als de ophanging die iedereen wel kent van formule 1 raceauto’s en van lego autootjes. Dat was gelijk onderwerk van gesprek. Is dit nou handig? Wennen was het zeker. Wat zou hier het voordeel van kunnen zijn? De extra stabiliteit die het oplevert leek ons niet op te wegen tegen de wat ongemakkelijke en minder goed controleerbare invalbeweging. Maar goed, misschien als je geen ‘gewone’ invalzaagbeweging gewend bent en een DeWalt je eerste en enige invalzaag is, misschien dat je het dan wel prettig vindt. Wij vonden het niks, omdat we minder gevoel van controle hadden over de invalbeweging.
De ‘Look and Feel’ van de zagen hebben we daarna besproken. Dat bleek al snel heel persoonlijk te zijn. Hou je nou wel of nou niet van een zacht rubber handgreep? Wat voor coating vinden we nou mooi? Kan je het nou voelen, dat de een uit magnesium is gemaakt en de ander uit aluminium of gewoon staal? Kan je de verschillen tussen de kunststofsoorten voelen? Slagvast ABS of glasvezelversterkt Polyamide?
Conclusie van de “Look and Feel” test was dat het op het eerste oog vooral een kwestie van smaak is en van wat je gewend bent. Pas wanneer je de details gaat bekijken voel je echt verschillen. Sommige draaiknoppen houden lekkerder vast dan andere. Sommige machines voelen bij het verstellen robuuster aan dan andere. De DeWalt bleek het minst fijn afgewerkt te voelen en dat gold ook zeker voor de opbergkist van de DeWalt, die als enige geen systeemkist heeft maar een maatkist.
Het verschil tussen de overige vijf machines was te klein om een eenduidige conclusie te komen, het is vooral persoonlijk.

5.3 De kisten
5.3.1 Bosch
Bosch heeft een afwijkend opbergkistsysteem: de Sortimo L-boxx, zie www.sortimo.nl. Wat opvalt, is dat de L-boxx vooral erg ruim is als je systainers gewend bent. Met de invalzaag in de kist blijft er nog een zee aan ruimte over. Het koppelsysteem van de L-boxx is lichter los en vast te klikken te dan dat van de klassieke systainers. De deksel van de kist buigt verder door als je erop gaat staan, maar hij houdt het goed. Raar is wel dat er aan de bovenzijde twee uitstekende randjes zijn, waardoor de bovenkant dus niet helemaal plat is. Als werkoppervlak daardoor iets minder geschikt.
5.3.2 DeWalt
De DeWalt zit in een super simpele maatkist. Geen systeem, geen koppelbaarheid aan andere kisten, geen toeters en bellen. Handvat, twee functionele metalen sluitingen en dat is het. En je kunt er ook op staan. Simpel en functioneel – maar zonder systeem. En daardoor zal je niet zo snel een even hoog kistje ban DeWalt bij je hebben om onder een deur te leggen bijvoorbeeld.
5.3.3 Festool
De Festools zitten beide in een nieuwe T-loc systainer van Tanos, zie www.tanos.de. Die gaan makkelijker open dan de klassieke systainers, dat moet gezegd worden. Het voelt wel iets minder robuust aan, maar goed, dat kan een eerste indruk zijn. Van binnen ogen de T-loc systainers ruimer dan de klassieke systainers. En je kunt er prima op staan. Mooi vlak bovenoppervlak ook.
5.3.4 Mafell
De Mafell komt in een welbekende klassieke systainer van Tanos. Beproeft en bewezen in de praktijk. Een beetje vaseline op de sluitingen helpt om ze gemakkelijk open te krijgen, dat is wel eens nodig ook. Je kunt er prima op staan en ze zijn handig als werkbankje.
5.3.5 Makita
Ook de Makita komt in een klassieke Tanos systainer – maar dan in Makita groen. Verder hetzelfde.
5.4 Conclusie Look en Feel
De DeWalt komt op ons iets minder afgewerkt over. De kist van de DeWalt is beduidend minder. Functioneel, maar daar houdt het dan ook meteen op.
De overige zagen hebben onderling duidelijke verschillen, maar die zijn niet zodanig dat er echt een uitspringt. Het is meer een zaak van persoonlijke smaak en voorkeur.

6 De geleiderailen

6.1 Samenvatting
De DeWalt geleiderailen koppelen met 1 verbindingsstrip en zijn daardoor niet precies in elkaars verlengde te koppelen. Wel hebben ze 4 glijstrips aan de bovenzijde, wat lekker glijdt.
De Bosch en de Mafell geleiderails zijn smaller en hebben een smalle richel bovenop. Ze zijn hierdoor lichter in gewicht. Het is wel net even iets minder makkelijker om de zaag op de richel te krijgen. Verder hebben ze aan de onderzijde 2 smalle antislip pezen van 3mm elk. Hierdoor liggen ze op geplastificeerd spaanplaat en op Trespa minder vast dan de ander railen. Makkelijk is wel dat deze pezen en de antisplinterstrip zonder verlijmen te vervangen zijn. Het aan elkaar koppelen van 2 geleiderailen van Bosch en Mafell is zondermeer superieur. Snel, solide, meteen recht en zonder schroefjes of inbusboutjes die je na verloop van tijd altijd weer onder in je systainer moet gaan zoeken.
De Festool en Makita geleiderailen zijn makkelijk in gebruik maar lastiger recht te koppelen. Ze liggen wel goed vast op geplastificeerd spaanplaat en trespa. Voor het vervangen van de antislipstrips en van de splinterstrip moet je in de weer met een oplosmiddel en een plamuurmes om de oude strip te verwijderen. Snoer en stofzuigerslang blijven gemakkelijk aan de rand hangen.

6.2 Intro
Elk zichzelf respecterend invalzagen-merk heeft tegenwoordig een geleiderail systeem. Sommige merken hebben zelfs verschillende soorten geleiderailen. Mafell heeft bijvoorbeeld voor de zwaardere (ketting)zagen, zwaardere geleiderailen en voor de hand-afkortzagen een geleiderailsysteem dat aan de zaag gekoppeld is.
Festool claimt op haar website de geleiderails uitgevonden te hebben. Feit is dat de FS/2 geleiderailen van Festool praktisch gezien een soort standaard zijn geworden, net zoals de Tanos systainers dat door Festool zijn geworden. Er zijn merken die afwijken van een dergelijke de facto standaard, maar je moet wel van goede huizen komen om de markt te kunnen overtuigen. Of je moet echt de markt echt overspoelen en je daardoor een plek verwerven. Bosch heeft op de Holtz beurs in Nürnberg in maart 2012 gratis 160cm geleiderails uitgedeeld. Honderden zijn er uitgedeeld, overal zag je mensen met zo een rail lopen. Als je bedenkt dat die rail voor ca € 100 over de toonbank gaat, dan is dat qua investering een indrukwekkende actie geweest.
Bosch heeft dezelfde rail als Mafell en als Flex – waarmee dit het 2e standaard railsysteem lijkt te worden.
Van elke zaag hadden we 2 geleiderailen van rond de 150cm en verbindingsstukken.

6.3 DeWalt
DeWalt heeft een afwijkende rail van 150 cm lang met in het midden een verhoging en aan twee zijden een splinterstrip. Deze rail kan je dus aan twee kanten gebruiken.
Wat meteen opviel was dat de Festool en de Mafell spantangen nét niet in de geul van de DeWalt rail passen. DeWalt heeft eigen snelspantangen.
Verder viel op dat de DeWalt rail aan de bovenzijde 4 glijstrips heeft. Dat glijdt zeker lekker. Aan de onderzijde zitten 2 stuks 20mm brede nepreen antislipbanden, die we ook van de Festool rail kennen. Werkt prima.
Afstellen van de DeWalt zaagmachine op de rail zodat hij wel makkelijk glijdt, maar geen zijwaartse speling heeft ging niet zonder er een schroevendraaier bij te pakken. De zaag heeft weliswaar knoppen die je met de je vingers zou moeten kunnen verdraaien – het lukte ons achter niet, ze zaten gewoon te vast. Met een schroevendraaier erbij ging het wel, maar niet echt lekker.
De geleiderailen van DeWalt worden met 1 verbindingsstrip gekoppeld. Die strip wilde niet lekker in de gleuf, pas toen we de inbusboutjes er andersom in hadden gedraaid ging dat soepel. Koppelen ging met 1 strip lekker vlot. De railen waren perfect haaks afgewerkt, dus het koppelen resulteerde in een goed rechte verlengde rail. Maar echt stijf was die verbinding niet. Bij gekoppelde DeWalt geleiderailen moet je goed opletten dat de echt in elkaars verlengde liggen.

6.4 Bosch en Mafell
Bosch en Mafell hebben dezelfde geleiderailen. (De zagen van beide merken passen overigens ook op de Festool geleiderailen). Deze rail is smaller en lichter dan de Festool rail en heeft een smalle richel op de rail in plaats van de brede richel die we van Festool gewend zijn. Hoewel er op de grondplaten Bosch en de Mafell zagen een duidelijk lijn staat voor de plek waar je de machine op de richel moet plaatsen, is het toch even mikken voor de machine er op zit.
Voordeel van de Bosch en Mafell railen is dat je snoer niet aan de rail blijft hangen, ook zonder speciale geleider aan het einde van de geleiderail. Deze rail heeft namelijk niet het geultje dat de Festool en Makita rail wel hebben, waar je snoer precies in kan blijven steken. Een kleine subtiele beschermstrip aan het einde van de rail is bovendien standaard bij Bosch en Mafell, die helpt ook nog eens mee. En de spantang van Bosch of Mafell kan onder de rail geschoven worden zonder dat die beschermstrip eraf gehaald moet worden.
Aan de onderzijde van de rail is een ander duidelijk verschil te zien. De Bosch en Mafell railen hebben 2 smalle rubber pezen als antislip voorziening. Die pezen zijn niet verlijmd en kunnen daardoor relatief eenvoudig vervangen worden. Dat geldt ook voor de splinterstrip, ook die is niet verlijmd maar in een groef geklemd.
Nadeel van deze smalle pezen is dat ze duidelijk minder grip op gladde platen als geplastificeerd spaanplaat of op Trespa hebben. Op niet geplastificeerd hout merk je het verschil niet zo.
Voordeel van deze pezen is dat de liniaal minder naar beneden gedrukt kan worden, dichter tegen het hout aan. Daardoor is de kans kleiner dat je, door op de zaag en de rail te drukken, de zaaghoek beïnvloed.
Als je het folder materiaal op internet bekijkt van Mafell en van Festool, dan zijn beide merken het er over eens dat je een invalzaag op een rail vasthoudt met je rechterhand aan het handvat met de schakelaars en met je linkerhand voorop de bodemplaat van de zaag. Daarmee heb je goede controle over de geleiding van de zaag over de rail en je houdt de zaag ook goed op de rail. Mafell is zelfs zover gegaan dat ze het tweede handvat, dat standaard is op invalzagen, geheel weg hebben gelaten. Daarvoor in plaats zit er voorop de bodemplaat een speciaal geribbeld stuk waar je je hand goed en aangenaam op kunt plaatsen. De Bosch heeft dat ook – maar ook een 2e handvat.
De Bosch en Mafell geleiderailen hebben naar ons idee duidelijk het beste koppelsysteem. Met 1 solide metalen plaat, zonder losse schroefjes of inbusbouten, zijn 2 railen perfect in elkaars verlengde te koppelen. Zonder dat controleren of nastellen nodig is. Gewoon verbindingsstuk erop schuiven en met een muntje vastdraaien – klaar.

6.5 Festool en Makita
De geleiderailen van Festool en Makita zijn op 1 enkel detail na hetzelfde. Verschil zit in een klein subtiel randje dat Makita aan het ontwerp van Festool heeft toegevoegd waar je de Makita invalzaag met een schuifje achter kan haken. Daardoor is de zaag schuivend aan de rail gehaakt en kan daardoor niet per ongeluk van de rail los komen. Ook voor zagen onder verstek is dat een vondst.
De Festool en Makita geleiderailen hebben aan de bovenzijde twee glijstrips. Bij Festool zijn die iets smaller, bij Makita breder maar geribbeld. Aan de onderzijde hebben beide railen 2 neopreen antislip stroken, waarbij die van Makita 25mm breed zijn en die van Festool 20mm.
Festool heeft een transparante antisplinterstrip, dat kan handig zijn als je een aftekenlijn in beeld wilt hebben. De anti splinterstrip van Makita is zwart.
Om twee geleiderailen te koppelen heb je voor Makita en Festool 2 verbindingsstrippen nodig. Die van Makita zijn iets ingewikkelder dan die van Festool. Die van Makita heeft een extra metalen strip, waardoor je de 4 inbusboutjes waarmee je de strip vastzet niet het aluminium van de rail indraait maar er enkel die strip mee tegen het aluminium aan drukt. De verbindingsstrip van Makita spaart je rail dus. Maar je hebt er wel een extra los onderdeel bij en het is even puzzelen voor je handigheid hebt.